Een kind dat altijd bij haar ouders bleef

8 sep

Nelly Ouwendijk 1955 – 2015

150310 Foto Wat Blijft Nelly Ouwendijk

Nelly Ouwendijk komt eind 1955 in ‘s Gravenzande ter wereld, thuis bij haar ouders Henk en Gré. De baby ziet er stralend uit, wil alleen geen borstvoeding nemen. ‘Enkele dagen later had ik een soort angstvisioen, dit is niet goed,’ vertelt moeder Gré. Iedereen wuift die moederzorgen weg, alleen haar moeder vertrouwt het ook niet.

Nelly oogt eigenlijk normaal, is alleen met alles laat. Later dan andere kleine kinderen. Dan is er na enkele maanden die tactloze dokter: ‘Uw kind is een baby en dat zal het altijd blijven’. Hun wereld stort in, boosheid, veel tranen.

In die jaren is er nauwelijks, zeg maar geen, begeleiding voor ouders met een geestelijk gehandicapt kind. ‘Je moest zelf de weg zoeken. Op haar vierde brachten we haar naar een kleuterschool. Na een week werd ze weggestuurd, die juf was daar niet voor opgeleid, had er ook geen tijd voor.’

Thuis wordt dus de kleuterschool, met step, poppenwagen en een schommel in de tuin. ‘Dat soort kinderen bestonden toen gewoon niet, ze lieten haar helemaal links liggen.’

De ouderlijke zoektocht gaat verder, via een Naaldwijkse spraaklerares en een psychiater die haar direct wil laten opnemen. Henk wordt weer boos. ‘In Bloemendaal! Daar gingen gekken naartoe, niet onze Nelly, die was gehandicapt!’ Uiteindelijk vinden ze een speciale Haagse school, waar de handicap van de leerlingen centraal staat. ‘Ze zeiden daar, we zien vanzelf wel in welke klas ze komt, dat vindt zichzelf.’

Daar wordt duidelijk hoe gehandicapt Nelly is, ze kan niet rekenen, niet schrijven, ook geen klok kijken. Wel goed borduren, goed kleuren. ‘En ze wilde wel overal heen, maar alleen met haar moeder.’

In de loop der jaren gaat het steeds ietsje beter met Nelly, ook met praten, al is van echte gesprekken geen sprake. Het zijn Henk en Gré die zich allengs ontwikkelen tot bijzondere ouders die op hun manier steeds beter met Nelly kunnen communiceren. ‘Van het begin af aan hebben we gezegd, we proberen alles, ook al gaat het heel, heel langzaam. Het heeft weken geduurd voordat ze een driewieler kon berijden, maar het bleef altijd gevaarlijk, want daarna stak ook zomaar de straat over.’

Op haar achttiende wordt De Woutershof in Monster haar dagverblijf, daar is ze, vele jaren achtereen, iedere dag gelukkig. Ze blijkt een sociaal type, dat al die verschillen tussen andere gehandicapten niet ziet, voor haar zijn ze allemaal gelijk. ‘Ze kon zo ziek zijn als wat, ze wilde daar geen dag missen.’

In die Woutershof zijn haar vriendjes en vriendinnetjes, ook haar hartsvriendin Petra. Met wie ze een gouden duo vormt, met de broodkar de kamers langsrijdt. De een kan lezen en schrijven, de ander beter serveren.

Met haar ouders gaat ze gewoon mee op vakantie, naar Duitsland, Oostenrijk of Italië; in de auto meerijden vond ze heerlijk. Samen met familieleden in een huisje, het liefst op plekken waar ook dieren zijn. Het echte hoogtepunt is die reis naar Indonesië, waar vader Henk ooit als militair in die toenmalige Nederlandse kolonie is geweest. Ze bezoeken Java en Bali. ‘Daar heeft ze zo genoten.’

In haar eigen wereld kan Nelly verschrikkelijk genieten van skiën op televisie, van Lingo, van televisiereclames en het EO-programma Nederland Zingt. ‘Dan herkende ze de liederen van de kerkkring De Bron waar ze de laatste jaren steeds naartoe ging.’ Dan is er die bijzondere anekdote: ‘Gré is wel eens een klein beetje streng tegen haar geweest en dan zei ze: ‘De Heer hoort het wel, hoor, in de Hema’.

In die eigen wereld kan Nelly ook gewoon uren niks doen, of lekker bij de herdershond van de buren zitten. Verder is ze dol op kleren, en sieraden, het liefst gaat ze met haar moeder naar Winkler in Naaldwijk.

Vorig jaar herfst gaat het mis, ze breekt haar heup, een medische lijdensweg begint. Ze belandt in een liefdevol, Sliedrecht tehuis. Met kerstmis is ze nog thuis, daarna gaat het snel bergafwaarts.

Gré vertelt dat ze altijd heeft gezegd dat ze Nelly wilde overleven, omdat ze niet wist wat met haar zou gebeuren als zij alleen achterbleef. ‘Mijn moeder kon daar boos om worden, want die had zelf een zoon verloren. ‘Je weet niet wat je zegt’, ze zei dan, ‘Niets is erger dan je kind verliezen.’ Nu ik Nelly kwijt ben, begrijp ik wat ze bedoelde, ik ben intens verdrietig maar toch is het nu goed zo.’

Rien van den Anker

Nelly Ouwendijk is geboren op 6 november 1955 in ‘s Gravenzande; zij is op 20 januari 2015 overleden in Sliedrecht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>